Uitgangspunt: alle leerkrachten zijn gemotiveerd om zich blijvend te ontwikkelen.
In het kader van “practice what you preach” zou dat vanzelfsprekend zijn.
Leerkrachten die anderen motiveren en stimuleren om zich te ontwikkelen, hebben zelf die motivatie voldoende en beseffen dat je nooit uitgeleerd bent. Zij houden zich dus ook aan de uitgangspunten van Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet BIO, 2006). De wet BIO is een Nederlandse onderwijswet waarin de gewenste bekwaamheid van de onderwijsprofessional wordt uitgedrukt in 7 bekwaamheidseisen en waar in beschreven wordt dat deze bekwaamheid onderhouden dient te worden.
Mensen in mijn omgeving worden soms gek van mijn gedram als het gaat om het vergroten van ICT bekwaamheid van docenten.
Daar loop ik veel vaker op tegen de vragen: Waarom moet deze omhoog? Ik heb het al zo druk? Ik heb er zelf geen last van dat mijn ICT bekwaamheid niet zo groot is, dat is een aanname die jij als “geeky” doet.
Maar wat nu als de “lerende professional” de urgentie van het vergroten van ICT bekwaamheid helemaal niet inziet. Dat is eigenlijk een van mijn deelvragen in het onderzoek waar ik al voor een deel mee begonnen ben.
Hoe kan ik hen laten inzien dat die urgentie wel degelijk groot is en op die manier de motivatie om zich te bekwamen los maken?
Moet ik Keiharde interventies plegen door alle technologie te verwijderen en te verbieden?
Als je dat niet slim aanpakt loop je direct het risico van een “Pocket Veto” want leerkrachten hechten sterk aan hun autonomie.
Motivatie en zelfregulatie zijn van groot belang wanneer een professional “zijn/haar” eigen bekwaamheid onderhoudt en aantoont.
De autonome professional in een lerende organisatie, weet wat goed voor hem/haar is.
In de zelfdeterminatie theorie van Deci & Ryan vind ik met name de behoefte aan beheersing (competence) interessant en ik ben daardoor al direct geconfronteerd met een fout die we gemaakt hebben door de 0-meting ICT bekwaamheid uit te zetten.
De deelnemers zijn daarin geconfronteerd met het feit dat ze iets nog niet of niet goed genoeg kunnen.
Intrinsieke en extrinsieke motivatie, waar met name Deci &Ryan maar ook Aizen en Daniel Pink over geschreven hebben wil ik als eerste uitgangspunt nemen voor mijn paper over leerpsychologie.
De attributietheorie voor motivatie (Weiner 1992) laat ik nog even buiten beschouwing, deze heeft meer met het slagen en falen te maken, dat is niet waar ik naar op zoek ben.
Vanuit historisch perspectief zijn de Griekse filosofen (Plato en Aristoteles) al aan het denken geweest over de Wil en Volitie (het gedrag dat voortvloeit uit het volgen van de eigen wil)
De psycholoog Wundt heeft de basis gelegd voor een wetenschappelijke benadering van motivatie. Natuurlijk zijn de behavioristen van belang.
In Thema 12 van Onderwijskunde als ontwerpwetenschap komt ook de James-Lange theorie nog aan de orde, daar moet ik me nog in verdiepen.
Inmiddels merk ik dat ICT bekwaamheid alleen een vehikel wordt om een verhaal aan op te hangen, de motivatie, de zelfsturing de lerende organisatie zijn veel belangrijker, welke bekwaamheid is dan minder van belang, Het in beweging brengen van de professionals.
Daarnaast vind ik het wel heel apart dat er nog steeds in beleidsstukken over profesionalisering NIETS over ICT bekwaamheid gezegd wordt, dat is dus wel een subdoel.