Waar blijft de meester als de gezel naar het buitenland gaat? Deze en andere vragen spelen in mijn hoofd als ik nadenk over het leren van de 'buitenlandstudenten' in onze opleiding. Maar wat helpt het beantwoorden van een vraag als deze me bij het maken van een paper voor het vak Leerpsychologie?
Cognitive apprenticeship
Waar komt het model van leerling-gezel-meester vandaan? En welke elementen in dit model zijn van toepassing op de stages in het buitenland?
Brown en Newman (1989) zijn de grondleggers van het model Cognitive apprenticeship. Centraal in deze opvatting staat het modelleren en expliciet maken van kennis en vaardigheden in complexe situaties. De gezel start met eenvoudige taken en leert door de samenwerking met de meester gaandeweg steeds beter het juiste gedrag en de onderliggende cognitieve processen en assumpties aan te wenden. Volgens Snowman en Biehler (2003) construeren de meester en de leerling samen de benodigde kennis. De rol van de meester (mentor) is die van stellingen-bouwer (uit het constructivisme: scaffolding). Tijdens de taakuitvoering geeft hij telkens hints en stelt vragen en bouwt zo een stelling rondom de kennis die de leerling zelf opbouwt.
Stage creatieve therapie
Het meester-gezelleren lijkt me erg toepasselijk als methode bij de opleiding creatieve therapie. De problematiek waar cliënten mee worstelen is vaak meervoudig en maakt het geven van creatieve therapie aan cliënten complex. Een andere cultuur en taal kunnen een stage in het buitenland nog veel moeilijker maken.
De vraag en het antwoord
Zouden docenten niet veel meer 'meester' moeten zijn en studenten 'gezel'. Ja, vast! Mijn intuïtie zegt me dat je daar niet voor gestudeerd hoeft te hebben.
Wat moet ik dan lezen/leren/doen om mijn paper dichterbij te krijgen? Is het model van Cognitive apprenticeship nu een methode of een leerpsychologie? Hmmm, het woord zegt het eigenlijk al. Maar wat is een leerpsychologie dan eigenlijk?